SV | Want, al wiest gij u met salpeter, en naamt u veel zeep, zo is [toch] uw ongerechtigheid voor Mijn aangezicht getekend, spreekt de Heere HEERE. |
WLC | כִּ֤י אִם־תְּכַבְּסִי֙ בַּנֶּ֔תֶר וְתַרְבִּי־לָ֖ךְ בֹּרִ֑ית נִכְתָּ֤ם עֲוֹנֵךְ֙ לְפָנַ֔י נְאֻ֖ם אֲדֹנָ֥י יְהוִֽה׃ |
Trans. | kî ’im-təḵabəsî banneṯer wəṯarəbî-lāḵə bōrîṯ niḵətām ‘ăwōnēḵə ləfānay nə’um ’ăḏōnāy JHWH: |
Want, al wiest gij u met salpeter, en naamt u veel zeep, zo is [toch] uw ongerechtigheid voor Mijn aangezicht getekend, spreekt de Heere HEERE.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Want, al wiest gij u met salpeter, en naamt u veel zeep, zo is [toch] uw ongerechtigheid voor Mijn aangezicht getekend, spreekt de Heere HEERE.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!